Wetenwaardigheden

24 Maart, 2014 14:05

Het nut van winterbanden, hoe te handelen bij sneeuwbuien een juiste zithouding en stuurtechniek en waar moet je goed naar kijken bij je banden.

Waarom winterbanden?

's Winters is de weg altijd minder betrouwbaar dan bij warm weer; ongeacht of u te maken hebt met sneeuw, ijzel of gewoon een nat wegdek, de grip is altijd minder dan in de zomer.

Dankzij de specifieke vorm van de winterband, die het water onder de band afvoert, vermindert een winterband de risico's van aquaplaning. Een winterband heeft een veel betere grip en een uitstekende rijeigenschappen, dankzij het profiel dat dieper is dan bij een zomerband. Het profiel van een winterband heeft namelijk veel meer lamellen dan een zomerband, zodat hij meer grip heeft in sneeuw. Een winterband heeft een bijzonder rubbermengsel met silica dat zich aanpast aan de koude temperaturen en zorgt voor een groter remvermogen.

Voorkomen is beter dan slippen

Een auto slipt nooit uit zich zelf, daar moet je wel wat voordoen. Op koude, natte en gladde wegen is het slipgevaar het grootst. Let ook op het verkeerd afhellen, buitenbocht laag, binnenkant bocht hoger, we noemen dat een verkeerde verkanting. In deze bochten zal de auto eerder gaan slippen.

Let ook op veranderingen van wegdek als het nat en koud is. Bijvoorbeeld een overgang van nat asfalt naar een klinkerwegdek kan slippartijen opleveren. De auto zal ook eerder slippen bij een onjuiste bandenspanning, controleer deze ook in de winter. 
Het begin van slippen ontstaat vaak uit een bruuske manoeuvre, een ruk aan het stuur of hevig remmen leiden al snel tot slippen van de auto. Terugschakelen in de bocht en de koppeling fel laten opkomen leid al snel tot het slippen van de auto.

Rem en schakel terug vooral op natte en gladde wegen, voor de bocht.

Winterbanden wissel

Dat rijden op winterbanden bij temperaturen van 7 graden of minder voordelen oplevert behoeft geen betoog meer bij de berijders van deze banden. Het komt voor dat de winterbanden qua profieldiepte te ondiep worden om een juiste werking te waarborgen. Niet veel bestuurders weten
dat de minimale gripgrens van een winterband op sneeuw minimaal 4 mm profieldiepte vereist.

Een toenemend verschijnsel is echter dat bestuurders van winterbanden die nog enkele millimeters profiel hebben hiermee doorrijden tot de lente en vaak nog een deel de zomer in. Bij temperaturen van bijvoorbeeld rond de 20 graden, neemt de werking in grip enorm af en de lengte van de remweg toe! Ook het rijden van bochten met versleten winterbanden onder deze temperaturen lijkt op het rijden op vier sponzen! Het niet tijdig wisselen van de winterbanden met zomerbanden kan tot hachelijke situaties leiden. Het is een verkeerde en verkeersonveilige gedachte om winterbanden "af" te rijden.

Sneeuwbuien

De remweg op sneeuw wordt door de meeste automobilisten ernstig onderschat. Als de snelheid namelijk verdubbelt, bijvoorbeeld van 30 km/h naar 60 km/h, wordt de stopafstand maar liefst vier keer zo lang. Onder geen andere weersomstandigheid dan sneeuw of ijzel, kunt u ervaren hoeveel vier keer de remweg lengte kan zijn. Daar helpt ook geen ABS systeem bij! U kunt met ABS hoogstens wegsturen van een stilstaande auto of object voor u, maar de remweg wordt nauwelijks korter. 
Tip: als het nu weer sneeuwt, rijdt u dan naar een afgelegen industrieterrein en remt u eens met een snelheid van 20 km/h en daarna met 40 km/h per uur door tot u weer stil staat. Daarna laat u het verschil in de lengte van de stopafstand goed op u inwerken. U zult merken dat het u zal helpen in het verkeer, of tijdens de wintersport wanneer u eens flink moet remmen! Nog beter is natuurlijk het volgen van een RijVaardig- & Antislip Training.

Indien u vast raakt in de sneeuw, probeert u dan eens achteruit weer weg te rijden. Een voorwiel-aangedreven auto is dan plotseling een achterwielaangedreven auto met meer druk op de aangedreven wielen. Denkt u er ook aan dat u in de sneeuw sneller schakelt zodat u de trekkracht van de auto goed voelt, u dient het koppel beter te benutten dan het vermogen van de motor. Stuur zo min mogelijk en wanneer de auto achter wegglijdt, stuurt u dan in de gewenste rijrichting. Glijdt de auto over de voorwielen, stuur vooral niet méér in dan u deed toen u de bocht instuurde. Heeft u ABS, vertraag dan en trap hierbij altijd de koppeling in.

De meeste auto's met een automaat hebben een winterstand, aangeduid met een W. De auto rijdt nu in een hogere versnelling weg waardoor de kans op doorslippen verkleind wordt.

Toch blijft het volgen van de Rijvaardig- & Antislip training de beste voorbereiding op de winterse verkeersomstandigheden. U hebt er jaren gemak en plezier van. Althans, zo wordt ons door vele cursisten die de training volgden verteld.

Zithouding en stuurtechniek

 Een dagelijks terugkerend aandachtspunt is de zit- en stuurpositie. Kijkt u eens om u heen en u verbaast u zich over het aantal bestuurders die "liggen" achter het stuur. De meeste bestuurders dragen geen gordel, bellen en sturen tegelijk. Het is een wonder dat er niet nog meer ongelukken gebeuren.

Gezien het feit dat in bijna alle auto's de stoel en het stuur ten opzichte van bijna iedere lichaamshouding kan worden aangepast, volgen hier een aantal tips;

Wees een actieve bestuurder. Plaats de rugleuning rechtop. Houd de armen zo dat de ellebogen geknikt zijn om het stuur op de kwart voor drie stand goed te kunnen vasthouden.

Duimen mogen tegenwoordig in het stuur om het gewicht van de arm op schouder en hand te ontlasten.

Bij bochten, houd het stuur vast totdat u het punt van "op slot raken" nadert. Nu kunt u 80% van alle bochten besturen zonder de handen van het stuur te nemen. Als de auto in de slip raakt kunt u altijd de rechtstand van het stuurwiel hervinden. Haakse bochten neemt u bij voorkeur door de doorgeef stuurtechniek toe te passen.

Bij een bocht naar rechts: rechterhand trekt het stuur van 12 uur naar 6 uur, linkerhand stuurt vanaf 6 uur tot het punt van insturen. Gebruik altijd de duwhand om door een bocht te rijden. De duwhand drukt u via de arm vaster in de stoel voor een beter contact met de auto.

Het voetenwerk: bedien de koppeling nooit met een gestrekt ingetrapt linkerbeen, dit is gevaarlijk bij aanrijdingen en het werkt vermoeidheid in de hand doordat vaak ook de zitting van de stoel door het bovenbeen wordt ingedrukt. Als u hard moet remmen gaat dit onvoldoende krachtig als u dit met het gestrekte rechterbaan doet! Zorg voor een knik in de benen als u de pedalen bedient. 

Tip: bij een noodstop, trap tegelijkertijd de rem en de koppeling in, nu kunt u met uw rechterbeen krachtiger het rempedaal intrappen. Let op bij een auto met ABS remsysteem, vol op de rem blijven trappen totdat u stilstaat. Vooral de rem tijdens het bibberende gevoel bij het gebruik van het ABS systeem vast blijven houden.

Veel ouders bieden hun kinderen een RijVaardig- & AntislipTraining aan. Misschien ook leuk als cadeau voor de feestdagen. Wij hebben hiervoor de cadeaubon, een veilige investering!

Banden

De banden onder uw auto voeren alle commando's uit die u door middel van het stuur of de pedalen aan richting- of tempoveranderingen opdraagt.

Veel bestuurders verzolen eerder de schoenzolen dan op de profieldiepte van de band acht te slaan. Juist bij de naderende vakantie tijd is het raadzaam de banden aan een extra inspectie te onderwerpen.

Controleer in eerste instantie de bandenspanning. Let erop dat u dit bij een goede bandenpomp uitvoert. U speelt op zeker als u meteen langs een bandenbedrijf rijdt, bij de meeste benzinepompen is de bandenspanningapparatuur defect of onnauwkeurig. Vanaf stilstand dient u binnen ongeveer 3 kilometer bij een controlepunt te zijn anders wordt de lucht in de banden te warm voor een objectieve meting.

Kies in de vakantietijd voor de hoogst toegelaten spanning dan zit u bij een maximale belading altijd goed. 
Bedenk dat een te zachte bandenspanning tot aanzienlijk meer brandstof verbruik leidt en dat bij een plotselinge stuur- of uitwijk manoeuvre de auto niet zo reageert als u verwacht.

Tevens is het uit milieutechnisch oogpunt zeer aan te bevelen om met een correcte bandenspanning te rijden.
Regelmatig, elke 14 dagen, de bandenspanning controleren hoeft niet meer als u de banden laat vullen met stikstof. Voor een gering bedrag kan dit bij de bandenspecialist. Vergeet hierbij tevens het reservewiel niet.

Wat wel blijft is de optische controle. Kijk goed over het profiel van uw banden, bijvoorbeeld tijdens het tanken of tijdens het autowassen. Regelmatig ontdek ik bij banden van cursisten een stuk glas, een spijker of een schroef in het loopvlak. Een lekke band ontdekken is bij stilstand veiliger dan dat u bij 120 km per uur een klapband krijgt. U rijdt dan 33 meter per seconde en tijdens een lekke band ontdekt u ineens hoe snel dit wel niet is. Een ongeluk is dan zeer nabij.

Bij rijden op modder wegen of in de regen is de profieldiepte van groot belang. Het profiel in de banden voert immers het water en of modder op veilige wijze af. Hierdoor behoudt u de controle. Een nieuwe band heeft ongeveer 7 tot 8 mm profieldiepte. De minimum profieldiepte is volgens de wet 1,6 mm. Maar laat het niet zover komen! Tijdens stromende regen met 120 km per uur rijden met banden met 1,6 mm is ronduit gevaarlijk. U raakt onherroepelijk in een aquaplaning situatie en de kans is groot dat u de macht over het stuur verliest.

U vindt de juiste bandenspanning veelal in de tankdop of op de A of B stijl van uw auto en anders in het instructieboekje.
Heeft u, bij wijze van oefening thuis voor de deur wel eens een band gewisseld. Doet u dit eens!  Raadpleeg het instructieboekje. Daarin staat stap voor stap de handelingsvolgorde omschreven. Om dit bij nacht en ontij te moeten ontdekken, met een lekke band is meestal minder aantrekkelijk. Weet ook de adapter van de slotbouten te vinden in uw auto.

Tip: Als u nieuwe banden koopt, overtuig u ervan dat de banden die u worden aangeboden dit ook zijn. Op elke auto band staan in de omgeving van de DOT code 4 cijfers, bijvoorbeeld 3402. Deze band is in week 34 van het jaar 2002 geproduceerd. Accepteer geen "nieuwe" banden die veel ouder dan 1 jaar zijn.

Een band is voor een deel een natuurproduct, rubber veroudert. Banden, let vooral op bij aanhanger, trailer en caravans, mogen niet ouder dan ongeveer 5 jaar zijn. Daarna neemt door droogtescheurtjes in de band, de kans op een klapband of een loop vlakreparatie met sprongen toe.

< Wij zijn trots Slipcursus Auto >